
Longprotectie met low-flow anesthesie
ContactLow-flow anesthesie
Perioperatieve longprotectieve beademing tijdens algehele anesthesie kan de incidentie van postoperatieve pulmonale complicaties (PPC's) verlagen. PPC's komen veel voor na algehele anesthesie.
Waarom is low-flow anesthesie beter voor de longfunctie dan de high-flow techniek?
De bovenste luchtwegen spelen een belangrijke rol bij het laten acclimatiseren van het ingeademde gas. Het epitheel van de lagere luchtwegen verandert namelijk in de richting van de bronchioli, waarbij het vermogen om het ingeademde gas te bevochtigen en te verwarmen steeds verder afneemt. Tijdens anesthesie worden de bovenste luchtwegen echter omzeild door endotracheale intubatie of een larynxmasker. Dit kan tot gevolg hebben dat de taak van het laten acclimatiseren van het koude en droge gas dat tijdens high-flow-anesthesie wordt toegediend, te veel op de onderste luchtwegen neerkomt. Mechanische beademing met koud en droog gas kan zodoende beschadiging van het longparenchym veroorzaken.
Koude en droge beademingsgassen verminderen de trilhaaractiviteit van het luchtwegepitheel. Verminderde mucociliaire klaring kan leiden tot atelectase en infecties, aandoeningen die worden samengebracht onder de noemer 'postoperatieve longcomplicaties'. Door verwarming en bevochtiging van de beademingsgassen met behulp van low-flow-anesthesie kunnen deze negatieve effecten op het luchtwegepitheel worden verminderd.